Het plezier van een bloemenweide
26-05-2024
Elke lente is het in onze tuin weer uitkijken naar hoe ons grasland evolueert. Het merendeel laten we lang worden en we maaien er graspaadjes in. We hopen elk jaar op meer bloemen en kleur. Op sommige stukken lukt dat prima, op andere wat minder. Wil je ook graag een bloemenweide? Lees hier verder ons parcours van de laatste 3 jaren.
Toen we naar hier verhuisden in de hittegolf van augustus 2020 was er enkel kort gazon, of eerder een verdorde bruine grasmat met weinig bloemen. Het eerste jaar lieten we gewoon alles lang worden en observeerden we wat er spontaan opkwam. Dat was al heel hoopvol: veel margrieten, knoopkruid, rode en witte klaver, heggenwikke, duizendblad, wilde peen, kruipende en knolboterbloem, paardenbloem, maar ook muskuskaasjeskruid, sint-janskruid, gewone ereprijs, akkerdistel, gewone berenklauw en biggenkruid. Een enkele beemdkroon stemde ons heel gelukkig.
Maar ... in grote zones was het gras, gestreepte witbol, heer en meester en verstikte die zo goed als elk bloempje. Op de tweede plaats stond glanshaver, een mooi maar eveneens hardnekkig gras. Beiden worden lang en zijn gekend uit wat men de ‘dominante grasfase’ noemt. Het woord zegt het al, grassen die het overnemen… Nu vind ik lang gras ook mooier als een strak gazon, maar met wat bloemen en kleur is toch nog leuker.
Om die grassen te plagen, moet je ze maaien voor ze hun zaad laten vallen, idealiter voor half juni. We waren er niet overal op tijd bij dat eerste jaar. Een andere aanpak is om de éénjarige half-parasiet, kleine ratelaar in te zaaien, die ook helpt om grasdominantie af te zwakken. Deze soort slaat enkel aan in de zones die het al beter doen, maar niet in de graszones met meer dan 80% gras. Elke zomer oogsten we de zaden en verspreiden die op andere delen. Als éénjarige plant helpt dit ook om de soort niet te verliezen. Dit jaar, na een natte periode doet de ratelaar het heel goed en staat die al volledig in bloei sinds half mei.
In het zomer en najaar van dat eerste jaar, verzamelden we tijdens wandelingen in de buurt ook heel wat zaden van bloemen. Deze zaaiden we in mols- en mierenhopen. Je moet inzaaien op naakte aarde, anders lukt het niet. Dit leverde ons o.a. koningskaars, valeriaan, steeds meer smeerwortel en ook kaardebol op. In twee kleinere zones verwijderde Frank de graszoden en zaaiden we klaproos en korenbloem in, wat een mooi blauw-rood effect gaf. In het tweede jaar kwamen er al meer bloemen op, zoals knolsteenbreek, kleine klaver, meer rolklaver, rapunzelklokje, meer beemdkroon, kale jonker, moesdistel… Allemaal plantjes die in de ’zaadbank van onze tujn lagen te wachten om opnieuw te floreren. Vaak is er dus heel wat potentieel gewoon al ter plekke aanwezig.
Om het proces toch wat te versnellen, kochten we ook inheemse zaden en zaaiden die direct in, anderen zaaide ik voor in potjes om die dan wat groter uit te planten. Zo hebben ze meer kans om te overleven. Weer andere inheemse plantjes kocht ik bij Ecoflora in Halle en Apiflora in Solières om in te planten. Het soortengamma vergrootte zo met ruig klokje, dagkoekoeksbloem, echte koekoeksbloem, teunisbloem, lange ereprijs, en koninginnekruid en andere.
Soms moet je wat geduld hebben, tweejarige bloemen hebben in het eerste jaar enkel een bladrozet om dan in jaar 2 pas te bloeien. Vaak zijn ze het eerst jaar moeilijk te herkennen Veel van de meerjarige bloemen investeren eerst in hun wortels en geven soms pas bloemen in het derde jaar, zeker bij onze ondiepe stenige bodem. Ik dacht dat tal van mijn plantjes het niet gered hadden maar stel nu vast dat ze pas in jaar 3 de energie hebben om te gaan bloeien. Het is zoals zo vaak in een tuin een kwestie van veel geduld, volhouden, observeren, bijsturen en proberen. Sommige soorten gedijen uiteindelijk nooit, ik blijf het mooie veldsalie proberen maar voorlopig zonder succes. Andere soorten zijn dan wel heel dankbaar. Sowieso des te meer soorten, des te beter en een langere bloeiboog en nectar en stuifmeel aanbod voor onze bestuivers. Lees erover in onze vorige blog.
Daarnaast is maaibeheer op de juiste momenteel belangrijk. We maaien 2 à 3x per jaar, afhankelijk van de zone. Een eerste keer voor eind juni (of zelfs al in mei als er vooral gras is of als het lange gras dreigt plat te vallen) en een tweede keer eind oktober zodat het gras kort de winter ingaat. Dit jaar hebben we zelfs in februari een extra maaibeurt gedaan omdat het gras al wat langer stond. Het is dus geen exacte wetenschap en observatie is belangrijk want het weer verschilt elk jaar. ‘Flower Power De Tuin’ heeft een handige beslissingsboom uitgebracht voor bloemrijk grasland en gidst je stapsgewijs.
Maai ook nooit alles tegelijk en laat sowieso 20% staan tot het volgende voorjaar zodat de insecten hier kunnen schuilen en hun levenscyclus voltooien (overwinteren), zodat er toch nog wat nectar overblijft als de rest kort gezet wordt en andere bloemsoorten in zaad kunnen komen.
Heb je net werken gehad rond je huis of ben je pas verhuisd en ligt er een stuk naakte aarde. Dan is dat de ideale gelegenheid om een bloemenweide in te zaaien, idealiter in de herfst ofwel het vroege voorjaar. Gras komt sowieso vanzelf dus kies vooral voor een mengsel met veel inheemse kruiden, een mix met toch 10 à 20% één- en tweejarigen dan heb je de eerste jaren ook al wat kleur. Dit is de beste aanpak. De rest van het mengsel bestaat best uit meerjarige. Om een bestaande graszone om te vormen zoals bij ons heb je wat meer geduld nodig, tenzij je de spierkracht hebt om de graszoden af te steken.
Het is dus een parcours van geduld, uitproberen en een combinatie van spontane evolutie dankzij de aanwezige zaadbank, van inzaaien van verzamelde of gekochte inheemse zaden, en van aanplanten van zelfgekweekte plantjes uit zaad of gekocht uit de winkel. En dan kijken wat werkt en tijdig maaien om de grassen in te tomen. Wij geven de voorkeur aan inheemse soorten omdat je daar de insecten het meest plezier mee doet. Cultivars zijn ecologisch minder waardevol. De uitzondering daarop zijn de bloembollen die we toevoegden om onze bloeiboog te verlengen vanaf maart tot oktober. Zo bekom je een goed evenwichtig resultaat. Het fijne is dat het elk jaar beter wordt. Wees realistisch, een bloemenweide is subtiel met accenten kleur hier en daar, geen explosie van kleur.
Ook zin om eraan te beginnen? Wil je graag wat meer advies voor jouw specifieke situatie, aarzel niet ons te contacteren. Veel plezier ermee! De biodiversiteit zal je dankbaar zijn.
Reacties
- Amai wat een inzet en ˋcomittment´ chapeau daarvoor! We doen ook ons best maar dat niveau zullen we nooit bereiken. Uit jullie tips pikken we echter zeker regelmatig wat op en proberen dat ook toe te passen. Dikke Merci daarvoor . (Johan en Erika)
- La nature (et moi aussi puisque j'en fais partie ;-) vous dit merci ! (Vincent)
Geef een reactie